Er zijn wat dingen die je als eigenaar zelf kan doen om het trimmen prettiger te maken voor je hond, of om problemen zelfs te voorkomen.

5 dingen die je kan doen!

  1. Leer zelf (via je trimsalon, laat je adviseren!) om de vacht van je hond bij te houden. Het bijhouden van de vacht maakt het voor de trimmer makkelijker, maar ook prettiger voor de hond tijdens de trimbeurt. Het verschil tussen een hond met veel klitten of een behoorlijk bijgehouden vacht is een hoop stress, tijd en ongemak.
  2. Zorg ervoor dat de dagen voor de trimbehandeling de hond geen bijzondere dingen hoeft te doen. Denk daarbij aan een feestje bij je thuis, een bezoek aan de dierenarts, een wandeling met de rasvereniging. Maar ook kleinere dingen zoals een hond die hem probeerde te grijpen of veel spelen of sporten hebben invloed. Stress stapelt op, dus reken op 3-4 dagen relatieve rust voor de trimbeurt.
  3. Na het bezoek aan de trimsalon kan de hond nog een paar dagen wat verhoogde stress hebben, waardoor hij een korter lontje heeft. Het kan zich uiten in hyperactief gedrag of juist negatief gedrag zoals uitvallen. Geef je hond kortere, rustige wandelingen en doe wat meer neuswerk met hem. Zorg er ook voor dat er genoeg veilig kauwmateriaal beschikbaar is.

Kauwen werkt ontspannend!

  1. Vraag bij de cursus die je volgt met je hond aandacht voor (vacht)verzorging. Dit is niet alleen voor trimvachten, maar ook voor bijvoorbeeld aanraking bij de dierenarts, fysiotherapeut of osteopaat. Als je zelf niet zo goed weet hoe je je hond kan leren dat aanraking OK is, willen ze daar bij de hondenschool vast mee helpen.
  2. Merk je dat je hond het echt niet prettig vindt bij de trimsalon en je weet het niet meer? Neem dan contact op met een gedragsspecialist die met de modernste kennis werkt.